Wij houden ons profielwerkstuk over het onderwerp gastarbeiders. Wij hebben de betekenis van het woord gastarbeider opgezocht in het woordenboek daarbij vonden we;
Gastarbeider: gast.ar.bei.der uit het buitenland afkomstige arbeider.
De Marokkaanse gastarbeiders kwamen voor het eerst naar Nederland in 1960.
De Marokkaanse gastarbeiders zijn voor het grootste gedeelte uit zichzelf naar Nederland gekomen en zijn niet in Marokko geronseld, zoals men vaak denkt. Via vrienden of familieleden, die als pioniers richting van Noord-Europa waren vertrokken, hoorden zij dat er genoeg werk te vinden was en zo besloten velen voor een korte tijd richting Nederland te gaan. Het was helemaal niet moeilijk om werk te vinden, de personeelschefs gingen vaak zelf op zoek naar buitenlandse werknemers op bijvoorbeeld het station of in gastarbeiderspensions. Soms werd een gastarbeider zelfs een som geld beloofd als hij nieuwe werknemers wist aan te trekken, of hij werd gepromoveerd tot personeelschef. Deze gastarbeider nam dan natuurlijk eerst contact op met de mensen uit zijn dorp. De meeste komen dan ook uit een klein aantal streken zoals het Oostelijke Rifgebergte en het Atlasgebergte.
We hebben voor dit onderwerp gekozen omdat je er veel over te weten kan komen.
Ook zijn wij van Marokkaanse komaf . Zo hebben wij er eigenlijk direct en indirect mee te maken. We hebben er indirect mee te maken omdat wij hier leven met een Marokkaanse afkomst. We hebben er direct mee te maken, omdat het onze grootouders zijn die hier zijn komen werken als gastarbeiders.
Hierdoor maakt het ons makkelijker om over het onderwerp een werkstuk te maken. We zullen de informatie goed verwerken in onze werkstuk. Verder is dit een interessant onderwerp om zelf wat over te weten te komen.
We hebben onze werkstuk verdeeld in drie deelvragen en de hoofdvraag.
We hebben de deelvragen over onze onderwerp verdeeld op sociale, economische en politiek gebied.
Bij elke deelvraag lees je dan ook hoe het er aan toe ging met de Marokkaanse gastarbeiders.
De gebruikte grafieken en tabellen maken onze werkstuk nog overzichtelijker.
Verder hebben we enquêtes en interviews gehouden met de eerste generatie gastarbeiders om er nog meer over te weten te komen en dat door het rechtstreeks aan de gastarbeiders zelf te vragen.
Deelvraag 1: Hoe hebben de eerste Marokkaanse gastarbeiders zich ontwikkeld op sociaal gebied?
Woning
De eerste generatie gastarbeiders waren in 1966 uitgesloten van de sociale huursector; ze woonden ofwel in pensions of waren gedwongen te kopen. Veel Marokkanen gingen hierdoor wonen in minder geliefde naoorlogse wijken, bijvoorbeeld Kanaleneiland en Lombok, waar ze de woningen maar net konden betalen. Toen het de overheid begin jaren ’80 duidelijk werd dat het verblijf van de meeste gastarbeiders niet tijdelijk was, kregen de werknemers toestemming te huren. In de buurt van de fabrieken werden woningen voor de arbeiders gebouwd, in het nog lege deel tussen de toen nog zelfstandige gemeente Zuilen en Utrecht. Langs de Amsterdamse Straatweg kwamen nieuwe woonwijken, met sportvelden (Elinkwijk), scholen en winkels.
Gezinshereniging
In de jaren zeventig komt de gezinshereniging op gang, de vrouwen en kinderen kwamen naar Nederland. De overheid staat hereniging toe als de man garanties heeft voor minstens een jaar werk en over passende woonruimte beschikt voor zijn gezin. De pensions en gehuurde kamers voldoen niet aan de eisen en er moet dus een andere oplossing komen. De woningen van woningbouwverenigingen blijven aanvankelijk buiten het bereik van de migranten door onder andere het gebrek aan inschrijftijd. De enige oplossing is een woning kopen. Aangezien zij slechts de goedkoopste woningen kunnen betalen, komen zij in de oude arbeiderswijken. Op dat moment leeft onder migranten het idee dat ze niet voor altijd in Nederland zullen blijven, maar dat zij hier slechts tijdelijk zijn. Met deze gedachte kunnen zij het leven in de slechte woningen volhouden.
Maar dat was dus niet het geval, de gastarbeiders bleven voor een langere tijd. De kinderen moesten naar school, en er kwamen contacten tussen de Nederlandse bevolking en de Marokkanen in winkels, scholen, gezondheidszorg, enzovoort. De Marokkanen konden niet zo goed tot bijna geen Nederlands spreken. Dat was een obstakel. Met name de vrouwen, die traditioneel hun leven vooral binnenshuis doorbrachten, slaagden er niet in zich de Nederlandse taal en de kennis van de Nederlandse cultuur meester te maken. Over de positie van de vrouw wordt hieronder meer verteld.
Positie van de Marokkaanse vrouw
De Marokkaanse vrouw deed voornamelijk wat ze ook in Marokko deed het veranderde bijna niets voor haar hier in Nederland. Kinderen opvoeden, schoonmaken en koken waren de taken die op haar schouders lagen. De vrouw ging ook niet vaak naar buiten dat was de taak van de man. Doordat ze over weinig geld beschikten leefden ze in een sociaal isolement die later wel steeds kleiner werd. De meisjes die gingen meestal niet naar school, die deden ook gewoon wat de moeder deed, in tegenstelling tot de jongens.
Onderwijs
Het opleidingsniveau van deze gastarbeiders was zeer laag; 70% had geen lager onderwijs gevolgd. De meeste kinderen kwamen hier op alle leeftijden zonder een redelijke schoolopleiding te hebben gevolgd. Van deze ‘’anderhalve generatie” (de generatie tussen de eerste generatie gastarbeiders en hun echtgenotes en de ‘’tweede generatie”) die in Nederland zijn geboren of getogen hadden daardoor veel problemen met het vinden van een baan in de jaren tachtig. Dit bleek ook nog eens uit de automatisering van de industrie er waren toen nog alleen maar geschoolde werknemers nodig. De vraag naar niet of laaggeschoolde arbeidskrachten nam daardoor af.
Huwelijk
De meeste ouders wensen voor hun dochters een huwelijk met een Marokkaanse man, woonachtig in Nederland of in Marokko. De meisjes zijn het hier praktische allemaal eens. Een belangrijke reden hiervoor is ook dat de Islam een vrouw verplicht met een moslim te trouwen. De meisjes die trouwden behoorlijk vroeg ten opzichte van nu, want ze studeerden of werkten niet, dus waren ze duur voor de ouders en werd ze vaak uitgehuwelijkt. De meisjes waren toen gemiddeld 16 jaar. De meisjes die trouwden met een Marokkaanse jongen uit Nederland die hier zijn ouders nog heeft, die moest dan bij haar schoonouders intrekken. Dat is een traditie die zich nu nog voorleeft in Marokko. De situatie bij de schoonouders is niet altijd plezierig. Er ontstond ruzie tussen man en vrouw, want de mannen waren verwende moederskindjes.
Jongens erkennen dat hun ouders een duidelijke voorkeur hebben voor een Marokkaanse partner, en zij laten die voorkeur tot op zekere hoogte meespelen.
Geloof
Geloof speelde een belangrijke rol bij de Marokkaanse gastarbeiders. De meeste waren zeer gelovige Moslims en daardoor ontstonden obstakels tussen de Nederlandse bevolking en de Marokkaanse. Het is een geloof dat niet erg bekend was in Nederland, behalve wat ze er over wisten door hun geschiedenis met hun kolonie Indonesië. Er kwamen Moskeeën waar ze bijeenkwamen voor hun vrijdagsgebed, en om te bidden. Bidden deden ze 5 keer per dag en het liefst in de moskee. Ze moesten ook hun eetgedrag aanpassen, want niet al het vlees die ze hier kochten was halal geslacht. Ze gingen daarna naar boeren en kochten zelf levende dieren en slachten die vervolgens zelf.
Integratie
De Marokkaanse gastarbeiders hebben zich niet geïntegreerd omdat zij dachten dat ze tijdelijk kwamen werken. De Nederlandse samenleving dacht dat zelf ook. Ze werden daardoor apart van de samenleving. De verplichting om de Nederlandse taal te leren was er dan ook niet.
Enquête
We hebben een enquête gemaakt en uitgedeeld aan de 1e generatie Marokkaanse gastarbeiders. Hier uit concluderen wij dat de meeste Marokkaanse gastarbeiders alleen kwamen, en daarna kwam hun gezin. De Marokkaanse gastarbeiders konden het goed vinden met de Nederlanders, maar zijn wel gediscrimineerd.
Dit zijn de uitslagen van onze enquête onder het kopje sociaal:
- In welk jaar bent u in Nederland gekomen?
- Kwam u de eerste keer met uw familie naar Nederland?
- Heeft u te maken gehad met discriminatie?
- Heeft u Nederlandse vrienden?
Conclusie
Hoe hebben de eerste Marokkaanse gastarbeiders zich ontwikkelt op sociaal gebied? Je kan hier uit zeggen dat de Marokkaanse gastarbeiders zich niet perfect hebben ontwikkeld maar wel goed, omdat zij hier kwamen met de gedachte dat ze binnenkort weer terug gingen naar Marokko. Je kan wel zeggen dat ze het hebben overleefd. De Marokkaanse gastarbeiders hebben zich goed ontwikkeld, als je kijkt naar hoe zij hun vrouw en kinderen naar Nederland hebben gebracht en konden onderhouden. Ze zijn wel standvastig gebleven aan hun geloof, iets wat in de geschiedenis makkelijk beïnvloedbaar was.
Deelvraag 2: Hoe hebben de eerste gastarbeiders zich ontwikkeld op economisch gebied?
Na de Tweede Wereldoorlog draaide ook in Nederland de economie van de wederopbouw op volle toeren. Na de Tweede Wereldoorlog wilde de Nederlandse regering een moderne economie met meer industrie. Ook moest de arbeidsproductiviteit stijgen: minder mensen moesten in kortere tijd meer producten maken. Dat wilde de regering bereiken door bijvoorbeeld op de loonkosten te bezuinigen. Toch heerste er werkloosheid, en daarom stimuleerde de overheid de emigratie van meer dan een half miljoen Nederlanders naar Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Eind jaren vijftig en begin jaren zestig sloeg de situatie echter om. Het tekort aan ongeschoold personeel in de industrie werd zelfs zo groot, dat veel bedrijven arbeidskrachten gingen werven in de landen rondom de Middellandse Zee; eerst in Joegoslavië, Griekenland, Spanje en Italië, later ook in Turkije en Marokko. Aanvankelijk kwamen uitsluitend alleenstaande mannen naar Nederland. Ze werden gastarbeiders genoemd door hun werkgevers. Alle betrokkenen, de Nederlandse overheid en samenleving, de bedrijven, en zeker niet in de laatste plaats de Marokkaanse arbeiders zelf, waren van mening dat deze gastarbeid een tijdelijke zaak was. Het hebben van een werkvergunning, het leren van de Nederlandse taal, het deelnemen aan de Nederlandse samenleving werd door alle partijen niet gennoodzakelijk geacht of gestimuleerd.
Gebeurtenissen is chronologische volgorde:
Jaren zestig: De gastarbeiders komen naar Nederland om te werken. Ze worden ondergebracht in barakken en pensions. Ze denken dat ze maar een paar jaar in Nederland blijven. Omdat de Nederlanders ook denken dat ze niet zullen blijven, voert de regering geen integratiebeleid (de gastarbeiders worden niet opgenomen in de Nederlandse bevolking).
Jaren zeventig: Het aanbod van werk loopt terug door de oliecrisis en het groeiende aantal werkende vrouwen. De economie in Marokko verbetert niet, dus veel gastarbeiders blijven in Nederland. Aan het eind van de jaren zeventig komen veel vrouwen en kinderen van gastarbeiders naar Nederland: gezinshereniging. De Nederlandse regering denkt nog steeds dat de gastarbeiders naar hun eigen land teruggaan en ze vinden dat de gastarbeiders hun eigen cultuur moeten behouden.
Jaren tachtig: De Nederlandse regering merkt nu dat de gastarbeiders die in Nederland zijn blijven wonen, niet meer terug willen naar hun eigen land. De buitenlanders die in Nederland blijven, moeten integreren. De oliecrisis van 1973 maakte een eind aan de hoogconjunctuur en de vraag naar ongeschoolde arbeiders stopte abrupt: het zou nooit meer worden zoals het daarvoor was. Een nieuwe periode in de migratie neemt een aanvang: de gezinshereniging van 1973 tot 1985. De economische crisis ontmantelt de industrie,waardoor veel Marokkanen ontslagen worden. Ook sloten Nederland en Europa de grenzen voor migratie,waardoor terug naar Marokko risico’s met zich meebracht. In tegenstelling tot de voorgaande periode betekende opgestaan nu plaatsvergaand. De vrije arbeidsmigratie was voorbij en een verblijfstitel in Nederland betekende een privilege dat niet verspeeld mocht worden.
Hierboven staat de toename van de gastarbeiders tussen 1960-1980, Je ziet de toename in gastarbeiders steeds stijgen met de toename van de jaren. Er kwamen steeds meer Marokkaanse gastarbeiders in Nederland werken.
Hieronder zie je de economische gevolgen die de gastarbeiders hadden op de Nederlandse samenleving
Twee keuzes
Vrijwel de meeste Marokkanen zagen in dat ze een keuze hadden uit 2 kwaden namelijk: teruggaan naar Marokko of het gezin laten overkomen naar Nederland. Teruggaan bood geen optie, omdat men nog te weinig geld verdiend had om een eigen bedrijf of zaak in Marokko op te richten. De gastarbeiders kozen daarom voor het overkomen van de gezinnen. Door het besluit om in Nederland te blijven werd de terugkeer naar Marokko daarom uitgesteld, in ieder geval voor onbepaalde tijd. De Marokkaanse gastarbeiders vermoedden dat er hoogstwaarschijnlijk een grote financiële, sociale en vooral emotionele prijs betaald zou moeten worden voor de overgang van echtgenotes en kinderen vanuit Marokko naar Nederland.
Uiteindelijk kwamen de Marokkanen terecht in vier grote steden: een kwart zelfs alleen in Amsterdam. Massaal lieten de Marokkaanse mannen hun gezinnen overkomen naar Nederland. De ervaringen die de migranten in het buitenland hadden opgedaan was dat ze het leren van de nieuwe taal, de participatie en mogelijk zelf integratie het snelst konden laten verlopen door werk. De moeizame toegang tot de arbeidsmarkt in de jaren tachtig en negentig heeft voor de anderhalve generatie zeker gezorgd voor financiële en sociale problemen binnen Marokkaanse gezinnen en de Marokkaanse gemeenschap in Nederland.
Arbeiders van verder weg in Utrecht
In de jaren 50 gingen de fabrieken op zoek naar nieuwe mogelijkheden om aan werkkrachten te komen voor het vuile en zware werk waarvoor weinig opleiding nodig was. Polen, Duitsers, Luxemburgers en Hongaren werden naar Utrecht gehaald. Aan het eind van de jaren ’50 kwamen ook de eerste Italianen en Spanjaarden naar Utrecht. Een aantal jaren later kregen zij gezelschap van Grieken, Turken, en Marokkanen. De nieuwkomers werden gehuisvest in pensions, vele te vinden in de Stationswijk, de binnenstad en aan de oostkant van de stad. De werkgevers en de gemeente verwachten dat deze ´gastarbeiders´na het aflopen van hun contract naar het land van herkomst zouden terugkeren. Voor Italianen en Spanjaarden ging dit veelal op, Turken en Marokkanen bleken vaak blijvers
Ook hier zie je dat het aantal Marokkanen tussen 1970-2007 steeds verder toeneemt. Zowel eerste al tweede generatie.
Demka staalfabriek
Na de Tweede Wereldoorlog was de Demka de staalfabriek die veel personeel nodig. Het bedrijf breidt zich snel uit met een smederij en een smelterij voor speciaal-staal. Arbeiders die ergens anders wouden gaan werken, kregen geen ontslag bij de Demka. Het werk is zwaar en vies en veel arbeiders werken in ploegendienst. In de jaren ’50 trekt de Demka ook personeel aan uit Hongarije, Polen, Duitsland en Luxemburg. In de jaren ’60 komen de arbeiders van nog verder weg: Joegoslavië, Spanje, Griekenland, Marokko en Turkije. De Marokkaanse gastarbeiders deden het meest ongeschoolde werk en kregen geen kans om een carrière te maken. Als ze Nederlands wouden leren, moesten ze dat maar in hun eigen tijd doen. Veel gastarbeiders gingen in een pension van de Demka wonen. De best betaalde werknemers bij de Demka waren de vormers, kernmakers, draaiers, bankwerkers en modelmakers in de gieterij. De Demka had een speciale school om deze arbeiders op te leiden tot ‘mannen van staal’. De Marokkanen waren niet de best betaalde werknemers bij de Demka waardoor ze ook nooit behoorden bij de ‘mannen van staal’.
Hier zie je gastarbeiders
die werkten in het
staalfabriek Demka, ze
werden opgeleid tot
‘’mannen van staal”
Er zitten geen Marokkanen bij.
Na de neergang van de Utrechtse metaal in de jaren ’80 gingen sommige arbeiders terug naar hun geboorteland of er kwam dus sprake van gezinshereniging.
Conclusie
De eerste arbeidsmigranten uit Zuid-Europa kwamen na de tweede wereldoorlog naar Nederland toe om in de mijnen te werken. In de jaren zestig kwam er sprake van economische groei in Nederland waardoor de vraag naar goedkope gastarbeiders toenam. Hierdoor kwamen er vooral Marokkaanse gastarbeiders naar Nederland. In de jaren zeventig nam de economische groei af en hiermee ook de vraag naar de gastarbeiders. In 1974 stelde de Nederlandse overheid dan ook een wervingsstop in. Door gezinshereniging en gezinsvorming nam het aantal immigranten echter nog steeds toe.
Uiteindelijk hebben de Marokkaanse gastarbeiders zich goed ontwikkeld aan het begin ging het financieel goed dat kwam door de toename aan de vraag naar arbeid. Later ging het financieel wat minder dat kwam doordat de vraag naar arbeid daalde. De Marokkaanse gastarbeiders besloten ondanks dat toch in Nederland te blijven.
Deelvraag 3 : Hoe hebben de eerste gastarbeiders zich ontwikkeld op politiek gebied?
Aan het begin van de jaren 60 waren de meeste Marokkaanse gastarbeiders ongeschoold waardoor ze zich niet met de politiek bemoeiden ze vonden het helemaal niet interessant. Dat gold ook voor de vrouwen die hielden zich daar al helemaal niet mee bezig. Ze waren namelijk ook niet op de hoogte van het politieke stelsel van Nederland. En de meeste hadden plannen om terug te gaan naar hun eigen land. De Nederlandse politiek was niet interessant voor ze. Ze hadden recht om hun stem in te brengen tijdens de gemeentelijke verkiezingen maar ondanks dat was hun participatie heel laag. Maar met de landelijke verkiezingen mochten ze niet meedoen omdat ze de Nederlandse nationaliteit niet bezaten. Maar aan het begin van de jaren 80 begon de integratiepolitiek in Nederland door de opkomst van tweede generatie. Veel Nederlandse burgers van Marokkaanse afkomst werden leden van partijen vooral bij de partij van de arbeid. De rechtse partijen zagen de opkomst van de migranten als een probleem voor de Nederlandse samenleving. De Marokkanen werden gedwongen om voor hen eigen rechten en belangen op te komen. Veel Marokkanen gingen toen participeren met de Nederlandse politiek. Het bleef niet alleen bij lid worden van een partij maar ze gingen zich ook bieden als lijsttrekkers. Bijvoorbeeld Mohammed Rabah, hij is zelfs voorzitter van GroenLinks geweest. Hij was een vluchteling uit Marokko die het als een van de meeste Marokkanen ver heeft geschopt in de politiek. En hij was de eerste Marokkaanse kamerlid in de tweedekamer. Na hem volgden er nog meer Marokkaanse kamerleden onder andere; Lazrak van SP, Khadija Agrib van PVDA en Arzouk van Groenlinks. Te vergelijken met anderen migranten zoals de Turken die veel minder hadden.
Mohammed Rabah Khadija Agrib
De meeste Marokkanen van de tweede en de derde generatie zijn in Nederland geboren, waardoor ze zich meer betrokken voelen met de Nederlandse samenleving. Velen voelen zich verplicht om mee te doen in de Nederlandse politiek. Ze stemmen tijdens de verkiezingen op verschillende politieke partijen. In de meeste gevallen stemmen ze tegen. Er zijn namelijk altijd rechtspartijen die tegen de migranten waren. De Marokkanen kozen daardoor altijd voor de grootste linkse partij. Zodat dat partij groter werd dan de partij die tegen die migranten was.
De gematigde Marokkanen kozen ook voor Christelijke partijen want het geloof de Islam zegt dat je liever op een gelovige partij mag kiezen dan een niet gelovige. Tegenwoordig is de participatie gegroeid wegens de huidige politiek vooral de opkomst van de PVV heeft ervoor gezorgd dat veel Marokkanen zijn gaan stemmen.
Conclusie: In de laatste 10 jaar zijn de Marokkaanse Nederlanders beter ontwikkeld dan de Marokkaanse gastarbeiders van de jaren 70 en 80. Je vindt ze tegenwoordig in alle domeinen van de samenleving. Een grote groep Marokkanen blijven vertrouwen dat democratische politieke de basis is voor een samenleving waar ruimte is voor diversiteit in cultuur en geloof. Zij blijven vasthouden aan de democratische rechtstaat, wat ook in de grondwet staat. De Marokkanen blijven geloven in de idealen van vrijheid, solidariteit, betrokkenheid en verheffing. Daarom zien zij het als hun plicht om het vertrouwen in “de politiek” terug te winnen. Onder andere door hun achterbannen te laten meedoen om met de verkiezingen te gaan stemmen.
Naima Azough is een voorbeeld van de nieuwe Marokkaanse generatie.
Naima Azough beschouwt zichzelf ook als liberaal en feministisch. Zij is bestuurslid van het vrouwenontwikkelingsfonds Mama Cash en van het Prins Bernhard Cultuurfonds.
In 2004 werd Azough lid van de tweede kamer. In 2006 stond Azough op de zesde plek op de kandidatenlijst en werd zij weer verkozen. Azough is woordvoerster Justitie, inclusief asiel en migratie, veiligheidsbeleid en welzijn. Azough zit in de commissies Justitie en ouderenbeleid.
Hoofdvraag: Hebben de eerste gastarbeiders in Utrecht zich ontwikkeld op Sociaal, Economisch en politiek gebied?
Zoals je hierboven kunt lezen wordt onder elke deelvraag verteld hoe de eerste gastarbeiders zich in Utrecht op sociaal, economisch en politiek gebied ontwikkeld hebben. Kort samengevat ter beantwoording van de deelvraag, hebben de eerste Marokkaanse gastarbeiders op economisch gebied zich eigenlijk wel goed ontwikkeld. Dat komt door het werk dat ze hebben verricht in bijvoorbeeld de staalfabriek Demka. Na de Tweede Wereldoorlog heeft de Demka veel personeel nodig. Op politiek gebied hebben de Marokkaanse gastarbeiders zich niet goed ontwikkeld toen zij net in Nederland kwamen, want zij waren ook niet van plan om zich in de Nederlandse samenleving te verdiepen. Zij konden ook bijna tot geen Nederlands spreken wat ze wel wisten is dat het links beter is dan rechts, omdat linkse partijen opkwamen voor de arme mensen en de arbeiders. Uit onze eerste deelvraag, “Hoe hebben de eerste gastarbeiders zich ontwikkeld op sociaal gebied?” kan je antwoorden dat ze goed ontwikkeld zijn. De Marokkaanse gastarbeiders woonden in vieze pensions, daarna gingen ze wonen in huur- of koophuizen. Uit ons onderzoek hebben we geconcludeerd dat zij niet veel Nederlandse vrienden hadden, maar juist bevriend bleven met hun landgenoten. Zij hadden ook niet veel vrije tijd, maar mochten ze die wel hebben gehad, dan zaten ze meestal aan de thee en vertelden elkaar verhalen over gebeurtenissen in Marokko.
Interview 1: Gastarbeider van 1ste generatie (Ali el Fadel)
1. Uit welk land komt u ?
Marokko
2. Hoe oud was u toen u in Nederland kwam en hoe oud bent u nu?
18 jaar en nu 58 jaar
3. Hoe waren u omstandigheden in uw huidige land?
Ik ben zelf Marokkaans en ik woonde in Marokko, de omstandigheden waren daar slecht door een conflict tussen Marokko en Algerije over de Sahara,
5. Waarom bent u naar Nederland gekomen?
onder welke omstandigheden? Ik ben naar Nederland gekomen om te werken. Ik heb via een vriend gehoord dat er werk was in Nederland, en ik had het in Marokko niet hartstikke goed.
4. In welk jaar bent u in Nederland gekomen?
1968 in februari
6. Hoe keken de Nederlanders toen tegen u op?
de Nederlanders van toen waren heel anders dan de Nederlanders nu, de meesten wisten niet eens waar Marokko lag. er was helemaal geen sprake van discriminatie.
7. Hoe kijken de Nederlanders nu tegen u op?
de regels in Nederland zijn verandert, vooral wat betreft emigreren. je voelt nu meer dat je af en toe niet bent gewild, maar omdat ik langer met ze heb geleefd voel ik dat snel aan voordat ze wat gaan zeggen en dan benader ik die personen ook op een andere manier.
8. Hoe ging u communiceren met anderen?
Ik heb Frans geleerd omdat de fransen in Marokko aan de macht waren. dus ik kon met de mensen praten door middel van frans
9. Waar ging u werken?
conimex, een kruidenfabriek
10. Wat was u inkomen?
48,- gulden per week met overwerken en al
11. Had u meer inkomen dan in uw huidige land?
ik heb zelf niet gewerkt in Marokko
12. Waar ging u wonen?
in utrecht op kamers
13. Hoe waren de woon omstandigheden?
het waren hele kleine kamers, zonder keuken daarvoor moest je naar beneden. als je met meerdere personen woonden dan was dat niet te doen want het was heel erg vies en het pension zelf was in een slechte staat.
14. Had u familie die u achterliet?
Ja, moeder en zusje en broertje had ik achtergelaten in Marokko ze woonden in een kamp
15. Kwam u familie ook later naar Nederland?
Ja, die zijn in 1976 naar Nederland gekomen
16. Kon u omgaan met de cultuur verschillen?
Nee, omdat ik zelf ook met de franse cultuur ben opgevoedt kon ik toch niet met de nederlandse omgaan. De nederlanders waren in die tijd wel erg asso ze waren niet netjes en dat was ik allemaal niet gewent, ze hadden andere gewoontes.
17. Wist u welke politieke partijen er waren?
Ja wel ongeveer, ik wist wel wie de minister presidenten waren in die tijd, maar verder hield ik me er niet echt mee bezig.
18.Kon u stemmen in die tijd?
Nee, omdat ik geen Nederlandse nationaliteit had en geen Nederlands begreep.
Logboek
Souhailla Boutayeb
Week |
Wat |
Wie |
Waar |
Hoelang |
Week ? |
Onderwerp bedenken |
Souhaïlla |
School en thuis |
2 uur |
Week 47 |
Werken aan verslag, projectweek |
Souhaïlla |
School, thuis en bieb |
12 uur |
Week 48 |
werken aan verslag, informatie verzamelen |
Souhaïlla |
School, thuis en bieb |
10 |
Week 49 |
Werken aan verslag, informatie verzamelen |
Souhaïlla |
School en thuis |
7 uur |
Week 50 |
Gesprek met de begeleider, werken aan verslag |
Souhaïlla |
School en thuis |
4 uur |
Week 51 |
Toetsweek |
Souhaïlla |
School en thuis |
0 uur |
Week 52 |
Werken aan verslag |
Souhaïlla |
Thuis en bieb |
11 uur |
Week 53 |
Werken aan verslag |
Souhaïlla |
Thuis en bieb |
13 uur |
Week 1 |
Werken aan verslag |
Souhaïlla |
School, thuis en bieb |
5 uur |
Week 2 |
Gesprek met begeleider, werken aan verslag |
Souhaïlla |
School en thuis |
4 uur |
Week 3 |
Werken aan verslag |
Souhaïlla |
Thuis |
2 uur |
Week 4 |
Interview afnemen |
Souhaïlla |
Bij een gastarbeider thuis |
2,5 uur |
Week 5 |
Werken aan verslag |
Souhaïlla |
Bieb |
2 uur |
Week 6 |
Werken aan verslag |
Souhaïlla |
Thuis |
2 uur |
Week 8 |
Enquête |
Souhaïlla |
Verschillende plekken |
2,5 uur |
Week 9 |
Afronden |
Souhailla |
Thuis |
2 uur |
Week 10 |
Inleveren |
Logboek
Siham Challaoui
Week |
Wat |
Wie |
Waar |
Hoelang |
Week ? |
Onderwerp bedenken |
Siham |
School en thuis |
2 uur |
Week 47 |
Werken aan verslag, projectweek |
Siham |
School, thuis en bieb |
12 uur |
Week 48 |
werken aan verslag, informatie verzamelen |
Siham |
School, thuis en bieb |
10 |
Week 49 |
Werken aan verslag, informatie verzamelen |
Siham |
School en thuis |
7 uur |
Week 50 |
Gesprek met de begeleider, werken aan verslag |
Siham |
School en thuis |
4 uur |
Week 51 |
Toetsweek |
Siham |
School en thuis |
0 uur |
Week 52 |
Werken aan verslag |
Siham |
Thuis en bieb |
11 uur |
Week 53 |
Werken aan verslag |
Siham |
Thuis en bieb |
13 uur |